Het verbod op tijdelijke verhuur van woonruimte heeft een grote impact op zowel woningeigenaren als de huurmarkt in Nederland. Tijdelijke huurovereenkomsten, die automatisch eindigen na afloop van de huurperiode, worden veel gebruikt door verhuurders om huurbescherming te vermijden. Met het wetsvoorstel Wet vaste huurcontracten wordt het gebruik van tijdelijke huurovereenkomsten echter verboden, met als doel meer zekerheid te bieden aan huurders. De invoering is gepland op 1 juli 2024.
Huiseigenaar ziet af van verhuur
(bron: De Telegraaf)
Veel huiseigenaren willen best een kamer of etage verhuren, maar door het aanstaande verbod op tijdelijke huurcontracten zit je daarna vastgeklonken aan de huurder. Het zou in deze tijd van woningnood helpen als de huurbescherming dan niet geldt bij de verkoop van de woning, oppert ING in een rapport over de woningmarkt.
„Huurbescherming is natuurlijk een groot goed, maar de belangen van de huiseigenaar zijn dat ook”, zegt Wim Flikweert, Manager Wonen bij ING. „Als je huurbescherming aan je broek krijgt, is het huis minder waard en dat is voor de geldverstrekker ook geen optie. Wij hebben ook een zorgplicht tegenover de eigenaar met hypotheek. Die klem van de huurbescherming moet ervan af.” Wie een hypotheek heeft, mag alleen verhuren met toestemming van de bank.
Uit onderzoek dat ING dinsdag publiceert, blijkt dat een groot aantal huiseigenaren bereid is om een deel van hun woning te verhuren, zoals een etage, kamer of tuinhuis. In 2018 was dat 3%, inmiddels is het 6%.
Draagvlak
„Het groeiende draagvlak om een kamer of ruimte te verhuren valt op. Zelfs als maar 2% dit echt zou gaan doen staat dit gelijk aan bijna 80.000 extra woonruimtes. Dat is te vergelijken met een jaar bouwproductie”, zegt Flikweert. „Als je ziet hoeveel eigenaren aan Airbnb en bed & breakfast doen, dan zie je dat heel veel mensen best bereid zijn iets te doen.”
Huiseigenaren kunnen op het ogenblik nog even tijdelijke huurcontracten afsluiten, van maximaal 2 jaar voor zelfstandige woonruimte of 5 jaar voor kamers. Op initiatief van Kamerleden Nijboer (PvdA) en Grinwis (CU) is er echter een verbod op tijdelijke huurcontracten gekomen omdat verhuurders deze contractvorm steeds vaker gingen toepassen, met alle onzekerheid van dien voor huurders. De streefdatum voor invoering van de nieuwe regels is 1 juli.
„Die wet is er met goede bedoelingen gekomen, maar dit is wel een onnodig probleem. Het effect is dat wij geen toestemming kunnen geven voor verhuur omdat heel snel de huurbescherming in beeld komt”, aldus Flikweert. „In het algemeen zijn wij er geen voorstander van, omdat de huiseigenaar zichzelf snel in de nesten kan werken. Doe je het via een verhuurbureau, dan moet je er ook op vertrouwen dat die op tijd de huur opzegt.”
Op een aantal uitzonderingen na, zoals studenten en statushouders, krijgen nieuwe huurders vanaf 1 juli dus huurbescherming. Dat gaat nog meer huiseigenaren afschrikken, verwacht ING. Nu al is bij de helft van de koopwoningbezitters het animo om te verhuren laag vanwege „de hoeveelheid huurbeschermingsregels”, meldt de bank in zijn Woonbericht over het eerste kwartaal.
Aanpassing
Met een beperkte aanpassing van de nieuwe wet, zou je volgens Flikweert al meer extra woonruimte kunnen vrijmaken. „Het zou mooi zijn als er wetgeving komt die het verhuren van een deel van je woning mogelijk maakt. Bijvoorbeeld door, met inachtneming van een opzegtermijn, bij verkoop van de woning de huur te kunnen opzeggen.”
Verhuurders mogen nu al de huurovereenkomst opzeggen vanwege „dringend eigen gebruik”, maar daaronder valt niet de verkoop van de woning. Bovendien zal de rechter dan sowieso de belangen van de verhuurder en huurder tegen elkaar afwegen, waarbij dan ook nog „passende woonruimte” voor de huurder aanwezig moet zijn.
Reactie
Huurdersorganisatie Woonbond zegt in een reactie dat rechters nu al heel welwillend zijn voor de verhuurder als het gaat om hospita-contracten. “Als de hospita wil verkopen, is dat voor de rechter tot nog toe altijd reden om een huurcontract te ontbinden”, zegt woordvoerder Mathijs ten Broeke. De belangenorganisatie ziet niets in een versoepeling van de huurbescherming. “Dat vinden wij onnodig. Het is goed als er meer woonruimte ter beschikking komt, maar dat hoeft niet ten koste te gaan van de huurbescherming